De groep bevindt bij een muur waar ze langs moeten om bij hun bestemming te komen. Leoniek besluit eens over de muur te gluren en te kijken wat daarachter ligt, en ziet daar een kleine vallei liggen. Dit gebeurt echter op een wat ongelukkig moment, als er net wat wachters over de muur aankomen, en alsof dit nog niet erg genoeg is, zijn het nog ondode wachters ook.
De avonturiers proberen zich nog te verschuilen tegen de muur, maar dit gaat niet zoals ze gehoopt hadden, de wachters merken iemand op. Snel blaast de groep de aftocht, maar tijdens deze vlucht wordt Maria nog beschoten. Gelukkig gaat afgezien van het kwijtraken van een stuk touw alles wel goed. In de verte klinkt een gerommel, waarvan wordt gedacht dat het wel eens de poort in de muur zou kunnen zijn die dicht gaat.
Iedereen is het er over eens dat het goed zou zijn een stuk verder over de muur te klimmen. Snel en geruisloos klimt iedereen over de muur en er wordt deze keer aan gedacht het gebruikte touw weer mee te nemen. Zo begint de groep een tocht door de vallei richting de stad... althans, dat dachten ze.
Wanneer de groep een stuk de vallei in is, blijkt er een grote groep ondoden uitgerukt te zijn om de indringers op te sporen. De groep waaiert uit in de vallei, en de keuze om wederom terug te trekken is dus snel genomen.
Terug over de muur blijkt niet genoeg te zijn, als blijkt dat niet alleen een groep gewone ondoden naar ons op zoek is, maar ook nog eens een stel duistere paardrijders, wraiths lijkt het. Dat wordt een nachtje doortrekken dus, zodat de groep er zeker van is dat ze het gebied van deze ondoden uit zijn.
Als er eenmaal een jagerpad is gevonden, wat aanduidt dat er toch weer levend volk in deze gebieden rondtrekt, wordt maar eens een kamp opgeslagen. Na een goede rust wordt nog maar een stukje verder getrokken totdat de groep een waterval tegenkomt.
Bovenaan de waterval wordt weer een kamp opgeslagen. Die avond komt er bij de waterval nog een stelletje langs. Hoewel sommigen nog het idee hebben te doen alsof er niemand in de buurt is, en een enkeling zelfs voor is de twee te bestelen terwijl ze met andere dingen bezig zijn, gaat het stelletje uiteindelijk maar gewoon weg, zonder ooit het kamp dat bovenaan de waterval stond opgemerkt te hebben.
Gezien het alweer een paar dagen verder is, besluit de groep nog maar eens de vallei in te trekken. Ze gaan deze keer voor een andere route langs de andere kant van de vallei, door de steile heuvels waar het een stuk minder waarschijnlijk is dat ze opgemerkt worden. Dit blijkt dan ook het geval te zijn, en uiteindelijk komen ze aan bij een vernauwing in de vallei waar een wachtpost achter een muurtje is opgesteld.
Na wat sluipen, komt Damien erachter dat de wachtpost bemand is door een ondode, en dat het onmogelijk lijkt er langs te sluipen. Terwijl ze de verschillende opties bekijken, komt er nog een patrouille van ondoden langs, maar die merken de groep gelukkig niet op. Uiteindelijk komt er een oplossing; Caliënta veroorzaakt een goede aardbal in de heuvels naast het wachthokje zodat die wordt bedolven in een instorting.
Na met het wachthokje afgerekend te hebben, kan de groep twee kanten op... beneden lijkt een oude weg naar een dorpje te lopen, maar dit wordt schijnbaar niet meer echt gebruikt. Er loopt tevens een weg zigzaggend naar boven, wat de richting lijkt te zijn die ze moeten nemen.
Deze weg komt uit bij een muurtje, waarachter zich iets als een varkensstal lijkt te bevinden. Nadat ze daar naar binnen gaan, blijkt echter dat er geen varkens zitten, maar een soort trollen gekruist met orken. Na een kort gevecht vluchten deze echter als er een groter exemplaar wakker wordt achter een hek, schijnbaar de stier van deze stallen. Gezien deze vast zit, krijgt Leoniek neigingen het hek te openen. Maria en de dwerg vluchten liever, maar Brammes en Caliënta besluiten de confrontatie met dit beest aan te gaan, wat al snel los komt van zijn ketenen. Dariën springt ook in het gevecht, zelfs na aangegeven te hebben liever ook weg te gaan.
Leoniek, die zich ook in het gevecht mengt, wordt met een stevige klap van het beest flink geraakt, het lijkt erop dat ze wat verbrijzelde botten heeft door deze klap. Gelukkig besluit het beest dat zij verder geen bedreiging meer is en verlegt zijn aandacht bij de andere aanvallers.
Caliënta, Brammes en Damien doen met zijn drieën het beest behoorlijk wat pijn, waardoor het geleidelijk in een beserker toestand raakt. Maria maakt van de situatie gebruik om te kijken hoe Leoniek eraan toe is, maar blijkt daar niks te kunnen doen.
Het beest raakt over de dolle, en stormt op Damiën af en verkoopt hem een flinke klap. Damiën is hierdoor flink aangeslagen, en om nog zo'n klap te voorkomen, doet hij alsof hij door deze klap buiten bewustzijn raakt. Caliënta is in het nauw gedreven en vlucht over het hek heen.
Het beest gaat door het dolle heen, maar let hierdoor niet meer op zijn verdediging. Brammes en Maria zorgen er met een paar stevige aanvallen voor dat het beest tegen de vlakte gaat.
Gezien Leoniek serieus gewond is, en ook Damiën zich niet al te lekker voelt door die klap, besluit de groep terug te trekken.
De volgende regel is in gebruik genomen betreffende afstandsaanvallen. Wanneer een zintuig test moet worden gemaakt om de tegenstander goed te kunnen raken, wordt er een +1 moeilijkheid opgeteld per extra omstander boven de 1 die met de tegenstander in gevecht is.